Evolutionair zijn we ‘gemaakt’ om een netwerk van zo’n 150 mensen te onderhouden. Dat zegt antropoloog Robin Dunbar athans. Stel je dat netwerk voor als een straat of minidorpje met dertig gezinnen plus een paar eigenzinnige excentriekelingen en dorpsidiootjes ertussen. Vijftien huizen rechts, vijftien links. Zoiets. Dat kunnen onze hersenen prima hebben. De sociale media, zoals Facebook en Twitter, blijken traditionele bandvorming en ouderwets onderhoud van relaties enigszins te tarten. Hoe precies?
Het moet gezegd: zó dramatisch als sommige digifoben (en de mensen in bovenstaand filmpje) het stellen is misschien wat overdreven. Facebookers blijken uiteindelijk ook maar gewoon met hun vijf beste vrienden te facebooken. De mensen met wie ze ‘s avonds in de kroeg hangen, sporten en appeltaart eten. Daar posten ze dan weer over op Facebook.
Daarnaast gebruiken veel mensen sociale media om in het echt af te spreken. Sociale media zijn een eenvoudig en effectief medium om mensen (met dezelfde interesses) bij elkaar te brengen en sociale gebeurtenissen te organiseren. Ook versoepelt het de band met mensen die we in het dagelijkse leven weinig zien. Je hoeft die mensen niet meer op straat uit de weg te gaan uit angst een ellenlang verhaal te horen over de afgelopen drie jaar. Dat verhaal heb je al op Facebook gelezen. ‘Hoi, leuke foto’s op Facebook. Gefeliciteerd met je kindje. Leuk mannetje. Nou doei hé! We Facebooken.’ Ook is het makkelijk banden te onderhouden met mensen die in verre oorden wonen. Handig voor als je daar weer eens op vakantie wil.
Dat gezegd hebbende, nu dan enkele schaduwkanten sociale media:
1. Sociale media kunnen tegenstellingen tussen mensen versterken
Sociale media en internet in het algemeen werken als het verlengstuk van onze persoonlijkheid. Het kanaliseert en versterkt onze natuurlijke neigingen, interessen en fantasieën, en daardoor ook eventuele tegenstellingen met anderen. Je creëert middels internet (noodzakelijk) je eigen bubbel, met je eigen digitale groepje mensen. Hierdoor krijg je vooral de informatie die strookt met je eigen ideeën. De meeste complottheorieën worden niet voor niks op het internet geboren. De informatie die je googlet, de mensen die je op Twitter en Facebook volgt, de mensen die jouw posts liken, kunnen maken dat jij constant jouw eigen ideeën en geloofsels terug geëchood krijgt. Om het erger te maken: Facebook, Twitter, Google en co spiegelen jou vooral de mensen en links voor waar jij voornamelijk in geïnteresseerd lijkt te zijn. Als je niet een beetje kritisch bent, verdrink je nog eens in het moeras van je eigen zelfgenoegzame, eenzijdige wereldbeeld. Dat kan jou vervreemden van de mensen in je fysieke omgeving.
2. We worden er een tikkeltje narcistisch van
We besteden door internet nog meer tijd een ideaal zelf te presenteren in plaats van vriendschappen te onderhouden. Bij echt contact heb je vaak geen tijd om je ideale zelf te presenteren en ongewenste trekjes te censureren. Je bent, tegen wil en dank, je gewone zelf. Da’s meestal goed genoeg. En wel zo eerlijk. Op internet kun je gemakkelijk een ideale versie van jezelf presenteren. Je foto’s, je gedachten, die dingen je belangrijk vindt: je kunt eindeloos boetseren en nadenken over hoe je overkomt. Dat stimuleert bij sommigen een nogal narcistisch en leeg levensstijltje. Voor niemand leuk. Niet in de laatste plaats voor de narcist zelf, die gevangen raakt in een verstikkend digitaal spiegelpaleisje.
3. Het maakt ons jaloers, depri en eenzaam
Neem Facebook. Eén op de drie gaat daar ongelukkiger weg dan voordat hij/zij inlogde. Waarom? Jaloers. Vooral op die fantastische vakanties, übergezellige gezelligheden en verzamelingen likes van sommige popi vrienden. Omdat mensen eerder de bijzondere aspecten van hun leven delen, kan jouw leven daarbij al snel schraal afsteken. Mensen met weinig zelfvertrouwen of echte vrienden kunnen meer dan ooit denken dat zij van alles ontberen. Dat blijkt ook uit dit onderzoek. Mensen trekken op basis van weinig informatie conclusies die ze alleen maar meer onzeker en eenzaam maakt. Al die plaatjes van feestende mensen, leuke vakanties en andere memorabele momenten dragen daaraan bij. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat mensen die vaker op facebook zitten jaloerser op hun partner zijn dan de mensen die het niet doen. Je kunt al snel denken dat er meer aan de hand is wanneer die vrouwelijke collega van je vriend al zijn posts liket. ‘
Het maakt contactgestoord, een beetje althans
We hebben allemaal weleens de emotionele mail of reactie gestuurd die we niet hadden moeten sturen. De mail die onnodig een vriendschap kostte of ruzie ontketende. Digitaal contact mist namelijk een heel wezenlijk element: visuele cues om je communicatie bij te sturen. En die zijn heel belangrijk. Vooral als je geen goed schrijver bent. We reageren bij normale ontmoetingen bijvoorbeeld vaak fysiek op het gelach en de gezichtsexpressies van anderen. We spiegelen hun gezichtsexpressies en lachen hardop mee als zij lachen. Dit spiegelgedrag maakt dat wij ook (fysiek) voelen wat de ander voelt. Dit gebeurt minder als we voor een schermpje zitten en naar een smiley kijken.
Liever de droom, dan de werkelijkheid
De kracht van internet is dat je de werkelijkheid, al is deze virtueel, direct naar je hand kunt zetten. Het is daarmee een van de makkelijkste manieren om direct invloed op je emoties te hebben. Verveel je je, dan speel je warcraft of kijk je een spannende film. Wil je kennis of nieuws, voila. Seksuele spanning of romantiek? Zo lastig is het niet. Als je problemen wilt vergeten of de mensen in je directe omgeving wilt negeren is internet een makkelijke manier. Internet is een prima plek voor mensen die niet van de alledaagse realiteit houden en een schuilplaats zoeken voor als het in de relatie met je omgeving niet lekker loopt. Conclusie: zo sociaal zijn die sociale media niet. De grote ironie is: hoe meer mogelijkheden tot interactie in de digitale wereld, hoe groter de kans om een kluizenaar te worden.
Filmpje via: GeenStijl